De studenten van Prof. Kloosterman Dr. Ate Kloosterman is sinds ruim een half jaar naast zijn werk als chief senior forensic scientist bij het NFI ook bijzonder hoogleraar Forensische Biologie. Ik zou heel graag eens ten overstaan van zijn studenten met hem in debat gaan over het werk dat hij verricht heeft bij de Deventer …
Lees volledig artikel: De studenten van Prof. Kloosterman
De studenten van Prof. Kloosterman
Dr. Ate Kloosterman is sinds ruim een half jaar naast zijn werk als chief senior forensic scientist bij het NFI ook bijzonder hoogleraar Forensische Biologie. Ik zou heel graag eens ten overstaan van zijn studenten met hem in debat gaan over het werk dat hij verricht heeft bij de Deventer Moordzaak. Lijkt me een heel interessante discussie te worden. Denk echter dat de nieuwe professor deze discussie uit de weg gaat, maar roep zijn studenten op om het toch te organiseren. Ik kom namelijk graag.
Als empirisch opgeleide wetenschapper zou ik in de discussie o.a. de volgende punten aan de orde willen stellen:
1. Hoe dien je met een kledingstuk om te gaan (stuk van overtuiging) tot het moment dat je er DNA-monsters af neemt?
2. Wat voor gevolgen kan het hebben voor cross-contaminatie van DNA als een kledingstuk in vochtige toestand van een slachtoffer wordt afgehaald en vervolgens samen met andere kleding in een zak wordt gepropt en daar langdurig wordt bewaard?
3. Welke gevolgen kan het hebben voor cross-contaminatie van DNA als er een uitvoerig onderzoek wordt gedaan naar scheuren, waarbij het kledingstuk zowel van de buitenkant als aan de binnenkant aandachtig wordt bestudeerd en de scheuren opgemeten?
4. In de Forensisch Technische normen staat dat het NFI erop toe dient te zien dat als men kledingstukken voor onderzoek krijgt dat kledingstuk ook inderdaad volgens de Forensisch Technische Normen door de technische recherche is behandeld. Hoe heeft Prof. Kloosterman in 2003 deze norm toegepast toen hij vier jaar na dato de blouse kreeg van weduwe Wittenberg?
5. In 2006 is door het NFI zelf vastgesteld dat er diverse vlekken op de blouse van de weduwe zaten die er absoluut niet waren toen de foto?s van de blouse van de weduwe genomen werden op het Plaats Delict. Hoe weet Prof. Kloosterman zeker dat de 20 sporen die hij in 2003 samen met Richard Eikelenboom heeft onderzocht er ook al zaten op het Plaats Delict. Of is er geen goede kans dat een of meerdere van die sporen ook er pas later opgekomen zijn?
6. Prof. Kloosterman heeft zelf in 2006 gesteld dat het niet mogelijk is via onderzoek te bepalen of DNA afkomstig is van huidcontact of speeksel. Wat is zijn mening dan over de beweringen van Richard Eikelenboom ten overstaan van de rechter in Den Bosch in 2004 dat de gevonden sporen komen van huidcontact (tijdens het delict). En waarom heeft hij zelf toen niet tegen de rechter gezegd dat de conclusies van Richard Eikelenboom niet op basis van wetenschap te onderbouwen was?
7. Vindt Prof. Kloosterman het geoorloofd om vergaande conclusies te trekken over de locaties waarop DNA sporen gevonden zijn als alleen al op het Plaats Delict de schouwarts en de technische recherche allerlei handelingen hebben verricht met de blouse. Is het niet mogelijk dat de technische recherche daarmee (micro-)sporen van de ene plek naar de andere heeft verplaatst.
8. Lijkt het Prof. Kloosterman zinvol om DNA-onderzoek onder de oksels van de blouse te doen in het kader van de constatering dat het slachtoffer voordat de messteken zijn toegebracht aan haar benen is verplaatst, terwijl ze ook nog een vest aanhad?
9. Wat vindt Prof. Kloosterman over de vondst van DNA van Louwes door Prof. De Knijff in 2006 in een controlespoor in het licht van de stelling van Richard Eikelenboom en hem uit 2004 dat het NIET vinden van DNA in de controlesporen een ondersteuning zijn van het achterlaten van DNA tijdens het delict? Met andere woorden: wordt de hypothese dat het DNA tijdens het delict is aangebracht niet ernstig verzwakt door deze vondst aan DNA?
10. Wat is de reactie van Prof. Kloosterman op Prof. Dan Krane (een Amerikaanse DNA-deskundige) die de behandeling van de blouse van de weduwe en de rapporten van Kloosterman en Eikelenboom ? Bad Practice? noemt? Zou hij tegen zijn studenten zeggen dat de wijze waarop destijds de blouse is behandeld en het onderzoek gedaan ? Good Practice? is, dus een toelaatbare manier van werken?
11. Wat vindt Prof. Kloosterman van de stelling van Richard Eikelenboom, zoals geuit in Koud Bloed, dat het niet aantreffen van DNA van iemand anders op de blouse van de weduwe, betekent dat niemand anders de moordenaar van de weduwe kan zijn?
12. Ten slotte, welke lessen heeft Prof. Kloosterman geleerd van het DNA onderzoek rondom de Deventer Moordzaak.
Discussie toejuichen
Een echte wetenschapper, die als professor bij de Universiteit werkt en bezig is met het opleiden van zijn studenten, zou een inhoudelijke en wetenschappelijke discussie over een dergelijk onderwerp toe juichen. Enerzijds om in het belang van de wetenschap verder te komen en anderzijds om de studenten te leren wat ze wel en niet moeten doen.
Daarom roep ik hem op deze discussie ten overstaan van zijn studenten met mij te voeren. En als hij het niet wil roep ik zijn studenten op om mij eens uit te nodigen en dan met mij het debat te voeren. Ik ben bereid die discussie met iedereen te voeren ten overstaan van deze studenten. Ik denk dat het voor iedereen heel leerzaam zal zijn. Mocht je een student van Prof. Kloosterman zijn bij de Universiteit van Amsterdam vraag hem dit debat ten overstaan van jullie aan te gaan en als hij het niet wil dan hoop ik dat jullie dit initiatief zelf nemen.
U heeft zojuist gelezen: De studenten van Prof. Kloosterman.
Volg Maurice de Hond op Twitter | Facebook | LinkedIn | YouTube.
Blijf onze site steunen door af en toe een (kleine) donatie. Klik hier.