Afgelopen week kwam naar buiten dat decennia lang, forensische onderzoekers van de FBI hun resultaten hebben gemanipuleerd ten gunste van de Prosecutors, het Amerikaanse equivalent van het Openbaar Ministerie. De Washington Post heeft hierover een aantal interessante artikelen gepubliceerd en de overeenkomsten met onze ervaringen uit de Deventer Moordzaak zijn frappant. Schokkend is de enorme …
“U vraagt, wij draaien” ook bij het Amerikaanse NFI Lees meer »
Lees volledig artikel: “U vraagt, wij draaien” ook bij het Amerikaanse NFI
Afgelopen week kwam naar buiten dat decennia lang, forensische onderzoekers van de FBI hun resultaten hebben gemanipuleerd ten gunste van de Prosecutors, het Amerikaanse equivalent van het Openbaar Ministerie.
De Washington Post heeft hierover een aantal interessante artikelen gepubliceerd en de overeenkomsten met onze ervaringen uit de Deventer Moordzaak zijn frappant.
Schokkend is de enorme schaal waarop de fraude plaats vond en de doorgaans dramatische consequenties voor de verdachten, die uiteraard als gevolg van de manipulaties van het bewijsmateriaal vrijwel onvermijdelijk veroordeelden zijn geworden. In honderden zaken waarin het forensische bewijs werd gebruikt werd in 95% van de gevallen valselijk gerapporteerd en hier zaten onder meer 32 doodvonnissen bij.
In Amerika gaat het om microscopische haaranalyse terwijl we in Nederland een soortgelijk geval hebben gehad met geurproeven waarbij de hondenbegeleiders, tegen de voorschriften in, wel wisten welke monsters van de verdachten waren. Daardoor zijn 2000 geurproeven achteraf vervallen zijn verklaard. Middels een van die gemanipuleerde proeven werd overigens in 1999 Ernest Louwes aangewezen als de moordenaar van mevrouw Wittenberg uit Deventer. (De desbetreffende frauderende ambtenaren kwamen er in Nederland maar met een taakstraf af, en mochten zelfs bij de politie blijven werken).
Frappant is ook dat in Amerika maar liefst 26 van de 28 forensische experts hier aan meewerkten, en dat hun “overstated forensinc matches” in vrijwel alle gevallen ten gunste uitvielen van de openbare aanklager.
Dit is een patroon dat wij ook heel goed herkennen van onze ervaringen met het NFI bij de Deventer Moordzaak, Die leverde altijd keurig het forensische bewijs leverde waar het Openbaar Ministerie op dat moment behoefte aan had. Wij hebben daar in 2007 een rapport over gemaakt “Zwartboek NFI” met 17 rapporten over deze problemen bij het NFI. Onze conclusie was dat het NFI, niet onafhankelijk was, niet wetenschappelijk en slecht werk leverde van het type “U vraagt en wij draaien”.
Als je er goed over nadenkt is dat ook helemaal niet zo verwonderlijk. De personeelsleden krijgen hun salaris immers allemaal van dezelfde werkgever (Ministerie van Justitie) en die werkgever is bovendien hun enige klant. En wie heeft ooit meegemaakt dat iemand carrière maakte door zijn werkgever en klanten tegen de haren in te strijken. In die zin is het NFI evenals zijn Amerikaanse tegenhangers een gewoon bedrijf waar je om vooruit te komen als werknemer een zo goed mogelijk product wilt afleveren voor je klant en werkgever.
Het is dus niet verwonderlijk dat de Amerikaanse National Academy of Sciences (toch geen geringe organisatie) er bij het Congres en het Witte Huis op aandringt om alle forensische laboratoria aan de controle van de politie en de openbare aanklagers (in andere woorden het OM) te onttrekken, hetgeen uiteraard ook in Nederland de enige manier zou zijn om een einde te maken aan de “u vraagt, wij draaien” mentaliteit van het NFI.
Wie verder bladert door de pagina’s van de Washington post komt nog meer voorbeelden tegen van manipulerende forensische experts en laboratoria en er is er al een heel rijtje opgedoekt. Zo lezen we ondermeer dat het State Bureau of Investigation van de staat North Carolina z’n bloodstain pattern analysis unit heeft opgeheven nadat een medewerker op video was vastgelegd die aan het feesten was omdat het hem was gelukt om een resultaat te reproduceren waar de aanklager behoefte aan had.
Waren ze hier in Nederland maar zo voortvarend want dan hadden ze ongetwijfeld het vieze boenhok laboratorium destijds gesloten waar bloedspoordeskundige Richard Eikelenboom in 2003 met veel geknoei en gehannes proeven deed met bloeddruppels op de stof van de blouse van de weduwe op een oneffen ondergrond. Ook van Eikelenboom zijn bij het NFI filmpjes gemaakt met hippe muziekjes op de achtergrond en is bovendien de anekdote bekend hou hij samen met de hoofdenrechercheur Jaap Visscher na afloop van de rechtszaak in Den Bosch bier dronk op de “goede afloop”. Net zo “onpartijdig” als in Amerika dus blijkbaar.
Zo’n beetje alle forensische disciplines blijken volgens de Washington Post overigens ter discussie te staan, waarbij het DNA onderzoek nog de meest betrouwbare resultaten geeft. Die resultaten zijn echter alleen betrouwbaar waar het aankomt op de identificatie van de persoon achter het celmateriaal maar wat betreft de mogelijke delict gerelateerdheid van dat celmateriaal zijn we doorgaans opnieuw aangewezen op de subjectieve beoordelingen van de experts.
Zo is het in het geval van Ernest Louwes volkomen verklaarbaar dat er DNA sporen aanwezig waren op de kleding van mevrouw Wittenberg, hij was immers op de dag van de moord bij haar op bezoek geweest. Wij weten inmiddels dankzij de na lang touwtrekken beschikbaar gekomen raw data dat het ging om zeer geringe hoeveelheden DNA van onbekende celmateriaal, maar het NFI blies die hoeveelheid fors op en schetste voor de rechter het beeld alsof de blouse vol zat met zoveel DNA van Louwes dat het wel om een moord moest gaan. Terwijl DNA op een plek die juist ondersteunde dat Louwes de dader niet was, gemakshalve, genegeerd werd.
Hoe zeer de NFI-medewerkers van het type zijn “U vraagt en wij draaien” is vast te stellen als het optreden bekeken wordt van Eikelenboom en Kloosterman bij de Schiedammer Parkmoord en de Deventer Moordzaak. In beide zaken hebben ze tegenover de rechters precies datgene gezegd wat het OM nodig had, terwijl het inhoudelijk tegengesteld was. In dit rapport staat het beschreven.
Opvallend was dat veel wat onze groep met veel pijn en moeite te weten is gekomen over de vele misstanden bij het NFI slechts mogelijk was dankzij informatie die door de verdediging past na ontzettend veel touwtrekken en dreigen met rechtszaken van het NFI kon worden losgeweekt, waarbij zelfs tien jaar later nog informatie naar boven komt waarvan het bestaan altijd ontkend was door het OM en het NFI. Zoals bij een uitzending van Pauw en Witteman vorig jaar waar door Richard Eikelenboom een foto werd getoond van de blouse, die nooit was overhandigd aan de verdediging, terwijl men wel had gezegd dat alles destijds was overgedragen.
En ook in Amerika zie je dus precies hetzelfde beeld: “Justice Department officials had known for years that flawed forensic work might have led to the convictions of potentially innocent people but had not performed a thorough review of the cases. In addition, prosecutors did not notify defendants or their attorneys even in many cases they knew were troubled”. En verder: “In past reviews, the department kept results secret and gave findings only to prosecutors, who then determined whether to turn them over to the defense”.
Met andere woorden: alles in de doofpot en een flink deksel erop. De rangen worden gesloten en iedere dwaling wordt ontkend zelfs al ligt het bewijs voor hun neus. Zoals in geval van de zaak Louwes keihard werd aangetoond dat het NFI, in casu Prof. Kloosterman door een grove fout, maar liefst vijf keer teveel DNA-materiaal had berekend, waarop doodleuk wordt gereageerd dat dit misschien wel zo zou kunnen zijn maar dat dat hun oordeel over de schuld van Louwes niet zal veranderen. En dat terwijl Louwes in 2004 dus juist veroordeeld is op de naar de mening van het NFI voor een vreedzaam scenario te grote hoeveelheid DNA.
Wat in de USA is gebeurd is niet uniek voor de USA, maar is gewoon het gevolg van het feit, zoals in heel veel landen, waar het forensisch lab niet onafhankelijk is van het OM.
In 2011 werd in het boeiende onderzoek “Convicting the Innocent” al gewezen op dat verschijnsel dat de niet onafhankelijke wetenschappelijke onderzoekers veel fouten maakten. En er staat ook teveel in die rapporten wat lijkt op datgene wat in Nederland ook is aangetroffen om te denken dat dit exclusief is voor de VS. Hopelijk zal de nieuwe minister van justitie, die zelf advocaat is geweest, meer ruimte geven om te zorgen dat op dat terrein de kwaliteit aanzienlijk werd verhoogd.
P.S. In 2007 werd het Zwartboek NFI aan de Vaste Kamercommissie van Justitie aangeboden. Er was geen meerderheid in de commissie om dat Zwartboek op de agenda van die commissie te krijgen. Met een verwijzing naar wat er nu in de VS naar boven is gekomen over het gebrek aan onafhankelijkheid van de Amerikaanse NFI’s zullen we dit rapport wederom proberen op die agenda te krijgen, omdat een compleet onafhankelijk NFI en een echt wetenschappelijke organisatie een noodzaak is voor een goed functionerende rechtsstaat.